Monte Carlo -Peter Terrin
LIBRIS LITERATUURPRIJS
Zakelijke informatie
Titel: Monte Carlo
Auteur: Peter Terrin
Uitgeverij: De Bezige Bij
Uitgegeven: 2014
Aantal pagina’s: 176
Oorspronkelijke taal: Nederlands
Genre: Psychologische roman
Thema: Noodlot, Godsdienst, eenzaamheid
Pitch
(Isha Anwar)
Monte Carlo is het best boek dat je maar kunt lezen. Het is niet alleen prachtig geschreven, maar het leest ook nog eens erg makkelijk. Je leest er zo door heen. Bovendien bevat dit boek korte hoofdstukken, dus het is niet erg langdradig. Erg fijn! De thema’s die aan bot komen spreken een groot publiek aan, dus het is geen saai literair boek dat je bent gewend, dit is anders, alsof je zelf een avontuur beleefd: meeslepend. Al met al is het een meesterwerk!
(Blanche Jibikila)
Tijdens het lezen van het boek Monte Carlo was de verleiding om naar Monaco te vliegen. Het verhaal is inhoudelijk uitstekend, het is een zeer meeslepend verhaal. Het gaat over een automonteur, vlak voor een belangrijke wedstrijd gebeurt er iets fataal, maar om dat te weten te komen moet je het boek lezen!
De thema’s van het boek zijn: Hoop, dromen, misverstand, eerherkenning, onbedankte held en godsdienst (Preston gelooft in een God die een soortige evenwicht op aarde behoud.)
(Paulien Lous)
Wat ook duidelijk naar voren komt is dat je je net te ver laat meevoeren in de eigen belevingswereld. Peter Terrin verteld het verhaal door gebruik te maken van metaforische zinnen. Als je eenmaal begint te lezen, krijg je de neiging om niet meer te stoppen en het boek in een keer uit te lezen.
Juist vanwege de thema's die Blanche noemde, zoals hoop en dromen, sluit dit thema goed aan bij de leeftijdscategorie van 12 jaar en ouder. Misschien is 12 nog net iets te jong, maar vanaf een jaar of 14 is het zeker goed te begrijpen. Hoop en dromen zijn namelijk voor iedereen belangrijk, het maakt niet uit hoe oud uit je bent. Voor jongeren om dromen te ontwikkelen en voor volwassenen om verder te blijven dromen.
Verder is het boek alles behalve saai om te lezen, niet langdradig, er zit spanning in, makkelijk taalgebruik, goed te volgen, het stond op het punt om de Librisprijs te winnen (wat het helaas niet heeft gewonnen, maar dat maakt het niet minder goed), het is niet oud en al helemaal niet dik; vooral als je weet dat er ook veel wit tussen de regels op de pagina’s staat. Volgens mij zijn dat genoeg redenen om dit boek wél te lezen. En zodra je denkt: nee, stom boek, hartstikke levenloos. Dan heb je het mis, want het is totaal niet slaapverwekkend of truttig. En aangezien wij het einde niet verklapt hebben, maakt dat het juist nog leuker! Lezen dus!
Boekverslag
Auteur
Peter Terrin (Tielt, 3 oktober 1968) is een Vlaams schrijver. Hij studeerde aan de Universiteit Gent en won in 2010 de Europese literatuurprijs met zijn boek De bewaker. Terrins eerste bundel verscheen in 1998 en kreeg de naam De Code mee. In 2001 volgde zijn eerste roman, Kras. Hij werd twee keer genomineerd voor de Ako Literatuurprijs voor zijn roman Blanco en verhalenbundel De Bijeneters en won op 29 oktober 2012 deze prijs voor zijn roman Post Mortem. In 2010 werd zijn boek De bewaker ook genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. Mede voor zijn laatste roman Post mortem werd hij genomineerd voor de Halewijnprijs 2012.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Peter_Terrin
Extra Informatie
Hoe is het boek Monte Carlo geschreven?
Het boek bestaat uit 3 delen die vervolgens onderverdeelt zijn in een aantal hoofdstukken
* Deel 1: Monte Carlo (bestaat uit 15 hoofdstukken)
* Deel 2: Altstead (bestaat uit 54 hoofdstukken)
* Deel 3: Monte Carlo (bestaat 12 hoofdstukken)
Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven. Het begint op mei 1968 en eindigt op juli 1969. Af en toe komen er flashbacks voornamelijk naar de jeugd van Preston. De verteller is een alwetende verteller. Het verhaal is zeer helder geschreven waardoor het ook gemakkelijk word om als scholier dit boek te lezen. De zinnen zijn soms metaforisch, waardoor je ze twee of meer keer moet lezen. Het is een erg beknopte roman en daardoor ligt het vertel-tempo ook erg hoog.
2. Wat is het doelgroep en past de taal bij de doelgroep?
Het doelgroep is jongeren vanaf ongeveer 12 jaar en volwassenen. Het verhaal is er helder geschreven en het bevat niet zozeer moeilijke woorden. De taalgebruik is dus zowel toepasselijk voor jongeren als voor volwassenen.
3. Is het verhaal inhoudelijk goed?
Het verhaal is inhoudelijk uitstekend, het is een zeer meeslepend verhaal. Het eerste deel; Monte Carlo beschrijft het incident dat plaats neemt in Monaco waar Preston Dee Dee redt. Het tweede deel; Altstead beschrijft de afwikkeling van de gebeurtenis. Preston krijgt de eer niet toegeschreven dat hij Dee Dee heeft gered. Het laatste deel; Monte Carlo speelt zich ongeveer een jaar na het incident af. Preston gelooft nu in een soortige goddelijke evenwicht. Hij gelooft dat hij niet de eerherkenning zal krijgen maar Dee Dee zal wel gestraft worden voor haar ondankbaarheid.
4. Wat zijn de thema’s van het boek.
Belangrijke thema’s zijn:
* Hoop
* Dromen
* Misverstand
* Eerherkenning
* Onbedankte held
* Godsdienst
Preston gelooft in een God die een soortige evenwicht op aarde behoud.
* Net te ver laten meevoeren in de eigen belevingswereld
Bronnen
Recensies
Grommende en glimmende bolides
Recensie door Cilla Geurtsen
Mocht iemand ooit nog een voorbeeld zoeken van het literaire stijlmiddel vertraging, dan kan er gestopt worden met de zoektocht. Maar liefst 30 pagina’s gebruikt Peter Terrin voor de beschrijving van een ongeluk tijdens de Grand Prix van Monaco in 1968. 30 zinderende pagina’s waarin de hitte van het papier afspat. Terrin zoemt op elk detail in. Je hoort, voelt, ziet, ruikt en proeft zelfs bijna de grommende en glimmende bolides die staan te wachten voor de start. Zintuiglijker gaat proza zelden worden en ook door de opmaak van de vaak korte hoofdstukken lijkt het soms zelfs bijna of je met poëzie te maken hebt in plaats van met proza.
Jack Preston, een eenvoudige monteur uit het Engelse stadje Aldstead weet het tot monteur te schoppen bij de formule 1 stal van Lotus. Vlak voor de start van de Grand Prix is er wat gedoe met de reclame die op de auto te zien is en Preston is bezig deze reclame te beplakken. Ondertussen maakt de prins van Monaco zijn entree. ‘De prins glundert. De belangrijkste dag van het jaar verloopt helemaal volgens plan. Met het verplichte diner achter de rug, met de praatjes tot een bevredigend eind gebracht, zoekt hij de hand van zijn Amerikaanse vrouw. Ze is zo elegant als haar ouders met haar naam hebben voorspeld.’
En dan komt de razend populaire actrice Deedee het circuit op lopen. Enkele secondes later slaat de vlam in de pan en Jack Preston beschermt DeeDee met gevaar voor eigen leven. Een actie waarbij hij zelf voor het leven wordt getekend. Eenmaal thuis hoopt Jack Preston op een reactie van de ondertussen wereldberoemde actrice, ze speelt zelfs de rol van Emma Peel in de serie De Wrekers. En waar de bescheiden Jack Preston blijft hopen op erkenning van zijn heldendaad, vermoed je als lezer al snel wat anders. De ruwe werkelijkheid en de misschien zelfs wel psychotische waanbeelden van Preston liggen mijlenver uiteen.
Peter Terrin heeft met Monte Carlo een prachtige roman afgeleverd. De hoop op een nieuw, ander leven van Jack Preston weet Terrin magistraal op papier te vangen. Verder zit Monte Carlo heel ingenieus in elkaar. De voortdurende perspectiefwisselingen zorgen ervoor dat je als lezer meer weet dan de personages. Daarnaast flirt het boek met de realiteit, het ongeluk heeft in het echt nooit plaatsgevonden, maar veel andere elementen uit het boek bevatten wel een kern van waarheid. Het boek doet mij in de verte dan ook wel wat denken aan het werk van Ian McEwan, ook al zo’n meester in het beschrijven van de desillusie.
Peter Terrins 'Monte Carlo'
Door Jeroen Vullings
23 mei 2014 Leestijd: 7 minuten
In Peter Terrins nieuwe roman ‘Monte Carlo’ redt een monteur de filmster Deedee. Maar ze komt het nooit te weten. Een eigentijds hermansiaans drama.
Peter Terrin verbeeldt in zijn nieuwe roman Monte Carlo zijn geboortejaar 1968. Wie dat jaartal noemt, krijgt vrijwel zeker te horen: mei ’68, Parijs, studenten, Sartre, revolutie. Zoniet in Terrins zesde roman. In een bijzin wordt vermeld dat de studenten óók dol waren op de immens populaire jonge filmster Deedee, en daar blijft het bij. Terrin schetst in zijn geacheveerde proza de verzonken wereld van toen, die uit aanmerkelijk meer bestond dan revolutionair elan.
Het is een wereld van standsverschil, enerzijds van glamour die berustte bij royalty en filmsterren, anderzijds van kleine luyden die voor een televisie-uitzending naar het café gingen, alwaar zo’n modern apparaat huisde. Maar het was ook een wereld die op kantelen stond. Niet zomaar koopt de Engelse automonteur Jack Preston, de held in deze roman op gul novelleformaat, tegen het slot een kleurentelevisie – op krediet.
Het eigentijdse thema is dat van de onbedankte held
En in Terrins weergave is het geloof niet meer een troostbrengend iets dat verzoent met sociale ongelijkheid en moedwil en misverstand in het ondermaanse. Nee, allengs blijkt dat geloof samen te vallen met de verontrustende binnenwereld van monteur Jack: ‘Hij dacht hardop, of hij bad tot God: het verschil tussen beide was niet meer te bepalen.’ Het gaat dan om zulke gedachten, dat de geconditioneerde lezer weet: dit gaat mis in zijn geest, er volgt een implosie of daarbuiten een explosie.
Illustratie: Siegfried Woldhek
Held (van zijn tijd)
Vakman Terrin is als schrijver een hermansiaan. Thematisch, in de zin van een universum geregeerd door moedwil, misverstand en nihilisme. Het is geen toeval dat er door een Franse toeschouwster een foto gemaakt wordt van de ongeziene heldendaad van Jack: hij zou filmster Deedee van een ontvlammende benzinewolk gered hebben op het circuit van de Grand Prix Formule 1 in 1968.
Hij beschermde haar door over haar heen te vallen. Het vuur verminkte zijn rug en gezicht zodanig dat hij terug moest naar zijn dorp Alstead in Engeland, waar zijn vrouw, de naaister Maureen, op hem wacht. Een held (van zijn tijd) dus. Alleen krijgt de wereld daar geen bewijs van te zien. In de media wordt de besnorde lijfwacht die Deedee en Jack uit het vuur wegtrok, uitgeroepen tot de grote redder. En Deedee laat niets horen aan Jack, al blijft hij hopen op een bedankje.
Hij verwacht wat van haar: ‘Natuurlijk had ze een plan – daar had hij nooit aan getwijfeld. Ze was meteen na afloop van de grand prix samen met haar entourage rond de tafel gaan zitten, broedend op een gepast antwoord.’ Schrijnend is hoe Jack en zijn vrouw naar de pub gaan om te kijken naar een televisie-interview met Deedee, die in de populaire serie De Wrekers de vrouwelijke helper van John Steed zal gaan spelen.
Op de slotvraag wat ze het Engelse volk wil zeggen, klinkt het uit haar zwoele mond: ‘I love you.’ Aha! I love you, hoort Jack. De klemtoon op het laatste woord, dus een boodschap voor hém, ‘haar engelbewaarder’. Anders had ze wel ‘I love you all’ gezegd. Logisch. De dorpelingen zien Jack daarentegen als een even grote idioot als de verwaarloosd rondbanjerende zwakbegaafde Ronny.
Het is pijnlijk – en doctrinair hermansiaans – dat de wereld de foto van het moment dat de vuurzee hem bereikte, nooit te zien zal krijgen. Want de fotografe breekt haar nek en de brave echtgenoot zal niet kijken in het kleine doosje met haar ‘geheimen’ – waaronder die voor Jack cruciale foto – dat mét haar begraven wordt. Een saluut van Terrin aan De donkere kamer van Damokles.
Weerbarstig moertje
Misschien ontstaat door het bovenstaande het beeld dat Terrins proza stem verleent aan Hermans d’outre tombe. Alsof hij niet meer dan een epigoon is. Dat wil ik met klem ontkennen. AKO-prijswinnaar Terrin is merkbaar aangeraakt door W.F. Hermans, maar in zijn boeken schept hij een eigen wereld. Een naargeestige wereld, niet zelden met een zekere kilte en afstandelijkheid opgeroepen. Blanco (2003), De bewaker (2009), Post Mortem(2012) zijn geslaagde romans waarin hij niet meer aan de hand loopt van de intimiderend grote bovenmeester W.F. Hermans.
Het eigentijdse, eigen thema in Monte Carlo is dat van de onbedankte held. Denk recentelijk aan Heleen Mees die nooit persoonlijk contact zocht met de voor haar borg betalende loodgieter Leon Alfonso, zoals uitvoerig bericht in De Telegraaf. Ook Jack is zo’n radertje in de machine. Hij kent zijn plaats, maar door zijn sleuteltalent wordt hij opgetild: hij mag deel uitmaken van het Lotus team.
En daar gaat het al mis, luidt de suggestie in deze alwetend vertelde roman, die speelt met een conservatieve hang naar een pre-revolutionaire (mei ’68) sociale orde. Jack is als het moertje dat losgeschroefd wordt: ‘Een weerbarstige moer kon zijn doen en denken opslorpen tot hij van top tot teen een gespierde mechaniek werd, met geen ander doel dan een stukje ijzer van een ander stuk ijzer los te maken.’ De tragiek is dat hij zichzelf losschroeft, met labiliteit ten gevolge. Dan gaat het geestelijk mis.
Hij is ontslagen, maar droomt dat Enzo Ferrari zelf tot hem spreekt en hem een baan aanbiedt: ‘Hij die voor schoonheid door het vuur gaat, hoort thuis bij Ferrari.’ Het bidden wordt steeds heviger: ‘In de kerk knielde Jack Preston op de voorste bank; zijn dialoog met God was door al het voorgaande persoonlijker geworden.’ Verderop: ‘Jack Preston voelde Gods genade.’ En: ‘De Heer was met hem.’
De begeerte verpersoonlijkt
Het is hem niet genoeg dat zijn vrouw hernieuwde bronst voor hem voelt, door zijn verminkte lijf, of doordat hij eventjes is aangeraakt door roem. Hij is haar held, zoals ze zegt. Nee, hij richt zich op Deedee. Er moet wat met haar. Wat, dat laat de geraffineerd doserende verteller Terrin sinister in het midden. Maar zo’n zin uit de hersenpan van degene die zich tot haar stalker lijkt te ontwikkelen, is niet aangenaam: ‘Ze was de begeerte verpersoonlijkt, terwijl haar een onschuld, een onbevangenheid bleef aankleven die iedereen ontwapende.’
Een saluut van Terrin aan 'De donkere kamer van Damokles'
Goed, dat hij niet bedankt wordt door Taxi Driver) en Deedee als prinses Diana, denken we. Laat ik het er niet-spoilend op houden dat Monte Carlo zich knap onttrekt aan de gerezen lezersverwachting.
Van meer belang dan je in het wat steriel vertelde fragmentarische begin van deze broeierige roman vermoedt, zijn stervelingen een speelbal van de elementen. Terrin personifieert niet toevallig het verzengende vuur, met ‘het geluid van een reusachtig, naar zuurstof happend beest’. Dat metaforische begin luidt het geladen menselijke drama in dat zich voor de vermoedelijk toch al labiele Jack voltrekt. Dat is de voor romantici desillusionerende gang van de wereld, zegt Terrin in deze harde parabel.
Bron: http://www.vn.nl/Artikel-Literatuur/Peter-Terrins-Monte-Carlo.html
Mening
De mening staat beschreven in de pitch (bovenaan dit artikel)
Poezie
Gedicht 1.
Ik vind dit gedicht door twee redenen bij dit verhaal passen ten eerste omdat hij denkt dat God Deedee zal straffen voor haar ondankbaarheid. Ten tweede omdat hij dankbaar is dat God Deedee zal straffen en hem belonen voor zijn goede daden.
Dankbaar
In de kleine dingen
zie ik
Gods grootheid
een lach
een traan
kinderlijke wijsheid
een vogel fluit
water kabbelt
dankbaarheid vervult mij
ik fluister zacht
dank U God
U bent erbij
Bron: http://www.leesgedichten.nl/natuur-gedicht/dankbaar-8592/
Gedicht 2
Dit gedicht vind ik bij mijn gekozen roman passen omdat het gaat over ondankbaarheid en over mensen die ondankbaar zijn en ook preston vraagt zich af waarom Deedee zo ondankbaar is
Waarom ondankbaar
Waarom zijn de mensen zo vol haat
dat maakt mij vaak zo kwaad!
Ook ik hoor bij die mensen
ik zou mij zoveel beter wensen
Er is iemand die goed is voor altijd
die wil ik nooit meer kwijt
Hij stierf voor jou en mij
Weet je wat hij zei?
Jullie zonden zijn vergeven
daarvoor gaf ik mijn leven
Mijn dankbaarheid is groot maar toch zo klein
kon ik maar eeuwig dankbaar zijn
Bron: http://www.liefdesgedicht.nl/gedicht/9418/waarom_ondankbaar.html
Gedicht 3
Dit gedicht past bij mijn gekozen roman omdat Preston ook in zo een situatie bevindt hij heeft een droom dat hij ooit de aandacht van Dee Dee trekt maar hij weet van binnen dat dat onmogelijk is.
Ik had een droom
Ik had een droom
Ik had een droom dat ik de rest van mijn leven met jou zou delen
Ik droomde dat wij voor altijd gelukkig zouden zijn
Ik zou alles opgeven om met jou verder te gaan
Geld en bezittingen waren niet meer belangrijk voor mij
Ik droomde dat ik een nieuwe start met jou zou maken waar we iedere dag onze passies zouden waarmaken
Iedere dag doen waar wij innerlijk toe gedreven worden
Samen ieder ons eigen ik, totaal open voor alles wat je drijft en beleeft
Er stond een groot obstakel op het pad van mijn droom
De mensen die van mij houden en op mijn vertrouwen zou ik enorm verdriet moeten doen,
misschien zelfs hun hele leven stuk maken. Was die droom dit waard?
Het gevoel was sterk evanals de weerstand om het niet te doen en het verdriet van mijn dierbaren.
Toch ging ik mijn eigen drijfveren volgen, mijn eigen pad inslaan.
Jij maakt niet de keus voor mij.
Je hebt je hart reeds verpand.
Ik heb me steeds getroost met de gedachte dat jij de verstandigste keus maakt.
En misschien wilde je het ook helemaal niet.
Je hebt me behoedt voor het maken van een slechte keus
Vandaag ben ik wakker geworden uit mijn droom.
Ik doe nog steeds mijn eigen dingen, maar sluit weer aan bij mijn vertrouwde wereld.
De droom moet ik loslaten.
Ik denk er over mijn leven te verrijken met nieuwe bezittingen. Is dat dan wat ik echt wil?
De droom waarmaken samen met jou kan niet. En toch reageer je ook op mij.
Er zijn nog korte momenten waar ik een glimp van mijn droom zie.
We laten elkaar vrij, maar ik vindt het moeilijk om het los te laten.
Ik probeer het nu alleen en met de mensen die al in mijn leven waren en van mij houden.
Want ook zonder jou kan ik iedere dag mijn dromen proberen waar te maken.
Ook zonder mij kun jij iedere dag je drijfveren volgen.
Ook zonder elkaar kunnen wij best redelijk gelukkig zijn.
Ik denk nog vaak aan mijn droom
Bron: http://www.liefdesgedicht.nl/gedicht/47365/ik_had_een_droom.html
Mijn gedicht
Elke dag werd ik wakker
met een hoop
met een droom
met een wens
Dat jij me zou opmerken
Dat jij me zou bedanken
Dat jij mijn gestolen eer zou terugbrengen
Helaas ging ik elke dag weer slapen
zonder dat jij me opgemerkt had
zonder dat jij me bedankt had
zonder dat jij mijn gestolen eer teruggebracht had.
Elke dag gaf ik mijn droom weer op